Het blauwtongvirus zet stevig voet aan grond in Noord-Limburg. Onze provincie is het zwaarst getroffen sinds 1 juli, met 46 van 144 uitbraken in het hele land.
Na de eerste uitbraak in ons land oktober vorig jaar, kent de verspreiding van Blauwtong de laatste weken een enorme versnelling. De ziekte verspreidt zich over het hele land, en zorgt zo voor vele kopzorgen bij veehouders.
Wat is Blauwtong?
Blauwtong is een niet-besmettelijke virale ziekte onder herkauwers (voornamelijk runderen en schapen), overgedragen door knijten, en in mindere mate door sperma, embryo’s of besmet bloed. Symptomen zijn onder meer koorts, kreupelheid, gebrek aan eetlust, overmatige speekselproductie, zwelling en blauw worden van de tong… Schapen zijn over het algemeen gevoeliger voor infectie, en vertonen een mortaliteit tot 30%. Runderen vertonen meestal mildere symptomen, al zijn er gevolgen op vlak van verminderde melkproductie en ontwikkeling van het dier. Hoewel mensen niet vatbaar zijn voor infectie, zijn er wel aanzienlijke economische gevolgen. Op niet-blauwtong-vrije landen rusten internationale handelsembargo’s voor herkauwers en hun producten. Voor de nationale handel gelden er geen specifieke maatregelen.
Aangezien blauwtong verspreid wordt door knijten en de bestrijding hiervan nergens succesvol is gebleken, zijn enkel preventieve maatregelen zinvol. Het gebruik van insecticiden tegen Blauwtong is niet erg doeltreffend op kuddeniveau. Nieuwe vaccins tegen BTV3 voor runderen en schapen zijn beschikbaar, al bestaat er onduidelijkheid over de duur van de werkzaamheid hiervan. Hoewel het virus al volop circuleert, raden we aan om de veearts te raadplegen om de veestapel preventief in te enten. Meer informatie over de vaccins en ziekte vindt u op de websites van het FAGG en FAVV.
Bij ophaling door vilbeluik Rendac is het van belang de dode dieren klaar te leggen op een goed bereikbare plaats, afgedekt om geurhinder en verdere verpsreiding door muggen tegen te gaan. Testen op Blauwtong gebeuren er niet op kadavers. Rendac wijst erop dat het de bedoeling is dat dierenhouders een dierenarts contacteren om bloed af te nemen bij zieke dieren.